- terugzien
- {{terugzien}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [+ op][terugblikken] se remémorer (qc.)♦voorbeelden:1 met genoegen op een verjaardag terugzien • se remémorer une fête d'anniversaire avec plaisirop zijn vroegere leven terugzien • passer en revue sa vie passéeII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [weerzien] revoir♦voorbeelden:1 wij zullen elkaar nooit terugzien • nous ne nous reverrons jamais
Deens-Russisch woordenboek. 2015.